Kwade hand

Kwade hand

Een vrouw die altijd ongeluk had met haar dieren, ging een pater opzoeken. "Het bestaat en het bestaat niet", zei de geestelijke. De vrouw kreeg een medaille die ze samen met het kruisje van haar Heilige Communie in een kistje moest begraven. De persoon die als eerste op bezoek zou komen en zijn hand op de deurklink zou leggen, was de schuldige. De eerste man die bij de vrouw aanklopte, kon niet voorbij de deur.

dê was een vrouw, di hâ altêd teigeslag mê huir bieste; en ne pôter zei "Het bestu en het bestu ni"; en hem gaf huir e medolleke en hem zei da ze da mê huir kröske van huir hêlige communi in e kiske onder de grond moes steke; en di thös zou koume en d’hând op de klink zou zette, was de schuld; en dô kam iene, en hem dui da, en hem kon ni verder.

Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Sint-Truiden

ONTDEKKING VAN DE DAG

Academiezaal

Eén van de mooiste zalen van het land

Rockband Editors in de Academiezaal. Bron: https://i.pinimg.com/originals/ea/98/e6/ea98e6fd6811ad77a69f3d6c33d15056.jpg

Academiezaal

360°-weergave


Geschiedenis

Eén van de mooiste zalen in het land. De academiezaal van het Klein-Seminarie onderlijnt de betekenis van deze instelling als het intellectueel centrum van Limburg vanaf 1843 tot na de Tweede Wereldoorlog. Daarbij was vooral na de lessen aandacht voor Nederlandse letterkunde.

De Gentse stadsarchitect Louis Roelandt was door de test

 aangezocht om hun hospitaal voor geesteszieke vrouwen te bouwen. Hij ontwierp ook samen met zijn leerling Isidore Gerard de neogotische toren  van de hoofdkerk.

                                  Louis Roelandt

Door de scheiding van de beide Limburgen in 1839 moest het Klein-Seminarie van het bisdom Luik verhuizen van Rolduc, nu Nederlands gebied, naar de vroegere abdijsite in Sint-Truiden. Bisschop Van Bommel besefte het belang van dit opleidingscentrum. Bij het enorme complex in de binnenstad was ook een a salle de rhétorique voorzien voor de seminaristen. Het werd tussen 1845 en 1852 een achthoekige centraalbouw met korinthische gegleufde zuilen onder een bijzonder rijkelijk uitgewerkte stucwerkzoldering

detail stuckwerk amfitheater


. De amfitheatervorm zorgt voor een intimistische verbondenheid van publiek met acteurs op de parterre en een goede akoestiek.

In 1845 was in de zaal het taalgenootschap Utile Dulci actief dat het Nederlands beoefende. Ook een Franstalige tegenhanger, de Société de littérature française, kortweg de Academie, was er bedrijvig. De Vlaamse ontvoogdingsstrijd zorgde af en toe voor wrijvingen, maar uiteindelijk liep toch iedereen in de pas.

Bij de start van de restauratie in 1986 door Herman Vanmeer in opdracht van erfpachthouder stad Sint-Truiden werd vooral de stabiliteit van de zaal hersteld en teruggegrepen naar de oorspronkelijke uitvoering van de "gradins" en de toneelscène. Voor het zitcomfort werd één rij verwijderd, wat het aantal zitplaatsen op 290 vastlegt, eventueel uitbreidbaar. De moderne lichtarmaturen zijn een ontwerp van Herman Blondeel. Een moderne foyer met technische ruimten werd aan de kant van het kerkveld toegevoegd. 

Momenteel gebeuren in de akoestisch geschikte Academiezaal regelmatig muziekopnames en is een klassiek programma van internationaal niveau kamermuziek, kamerorkest en muziektheater uitgewerkt in het kader van de werking van cultuurcentrum de Bogaard.

Lit.: L. DE CLERCQ, H. VAN MEER mmv J. GYSELINCK, De Academiezaal te Sint-Truiden: een onbekend oeuvre van de Gentse architect Louis Roelandt (1786-1864), in M&L. Monumenten; Landschappen en Archeologie, jg. 15, nr. 5: september 1996; Els DECONINCK, Religieuze bouwheren engageren grote namen, in Sint-Truiden ingekaderd 1830-1914, Tentoonstellingen Sint-Trudofeesten 1998, Sint-Truiden: Sint-Truiden 1300, p. 50-78; Clem VERHEYDEN, De academiezaal, een bloeiend podium voor klassiek en modern, in Sint-Truiden, al eeuwen gaststad voor muziek, woord en beeld, Open Monumentendag Vlaanderen, Sint-Truiden: stadsbestuur, 2012, p.41-45 en 93 (bibliografie)