Een smid die zijn smederij in de Hel had, vertelde dat er na de slag van Waterloo en tijdens de oorlog van 1870 water en bloed vloeide uit het 'Vlutje' bij het Vissegat. Dat 'Vlutje' was de afwatering van de vroegere 'stadsveesdere' tussen 'Nâpoot' en het Vissegat.
m’n grootvader die bouwsmid was en z’n smidse in de Hel had, vertelde dat na de slag van Waterloo en ook gedurende de oorlog van 1870 water met bloed vermengd vloeide uit het "Vlutje" aan het Vissegat; dit "Vlutje" was de afwatering van de vroegere "stadsveesdere" tussen "Nâpoot" en het Vissegat, kort bij de Hel.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Sint-Truiden
Te Engelmanshoven heeft mijn mam de pijp gezien waar de alvermannekens uitkwamen. Die hadden in de grond kasten en tafels van aarde. En als ge moest wassen of bakken, dan moest ge maar een goeie koek gereed leggen en zeggen:
'Ik wou dat de alvermannekens kwamen bakken',
dan kwamen ze uw werk doen. '
Ik heb eens horen vertellen van een vrouw die zonder 'maagd' zat en die wenste dat de alvermannekens kwamen.
'Ik zal een teil rijstpap voor hen maken' zei ze.
Maar toen kwamen ze daar altijd en ze waren daar zo thuis dat ze in de keuken kwamen. En toen daar een nieuwe 'maagd' was, vielen ze die altijd lastig en die was kwaad. Toen zei de vrouw dat tegen een overste van de alvermannekens.
'Weet ge wat ge doet, zei die, het is een 'mottig' middel, als ze nog eens komen, dan geeft ge haar een snee brood en dan moet ze gaan zitten en kuimen of ze moet pissen en kakken.'
Met acht man kwamen ze binnen en toen deed die dat en toen ze dat zagen, riepen ze allemaal gelijk:
'Haaaa, foei, eten, bijten, schijten, zijken gelijk, haaaa, foei!'
en toen liepen ze weg, terwijl ze hun neus toehielden en ze zijn niet meer teruggekomen.
Opgetekend door F. Beckers in 1948