Een man vertelde zijn kinderen altijd over 'pâketievers'. Dat was een monster dat er half als een dier en half als een mens uitzag. Het had een dikke kop en grote voeten.
ooze pâ vertelden oos altêd van "pâketievers"; da was e monster, half biest, half mins, mê nen dikke kop en groeute plakvoete; da was it ôrdig.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Sint-Truiden
Sint-Truiden Bevingen 30.03.1886 Sint-Truiden 6.05.1959
Zoon van dagloner Gerard en Marie Gertrude Celis. Neef van pastoor Eduard Hayen.
Broeders Sint-Truiden. Via paters Fulgence en Thomas Renson intrede augustijnen Gent 1903. Priester 1908. Legeraalmoezenier WO I, bij Belgische vluchtelingen in Amersfoort, en in Saffraanberg. Prior De Haan-aan-Zee 1919. Onderpastoor Sint-Stefanus Gent 1921. Definitor Augustijnenprovincie. Bevriend met pastoor Peeters en burgemeester Paul Cartuyvels in Bevingen. Huishoofd in enkele gehuurde sociale woningen.
Oprichter Sint-Augustinusparochie in de tuinwijk Nieuw Sint-Truiden 1928, bouwer noodkerk en kapelaan OLV-kerk. Bouwer lagere jongensschool en kleuterschool 1930 en lagere meisjessschool 1932. Provinciaal 1932-1946 met stichtingen in Bouge, Marchienne-au-Pont en Kontich. Prior en pastoor parochie Nieuw Sint-Truiden 1947 en kerkbouwer 1952-1955. Gouden priesterjubileum 1958 . Begraven in familiegraf in Bevingen.