Een dief die ter dood was veroordeeld, sprak in het Bargoens tot zijn vrouw "Ga vlug weg, in de kelder, onder de trap, in de houten klomp ligt mijn geld en mijn revolver".
ze hadde ne kie dieve gepakt; sô kreig iene ’t schavot; z’n vrouw en z’n keinger stonde vuir ’t schavot en toen zeit er in ’t Burgoens "Jal te bi; in den teiderik, onder den tanderik, in den hôte kabakkerik, dô is mene poen en mene toebakkerik" (ga vlug weg; in de kelder, onder de trap, in de houte klomp, daar is mijn geld en mijn revolver); en da just vuir da de bêl afging; en zoe hâ z’n famile ze geld.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Sint-Truiden
Honderdduizenden zelfbouwkapelletjes
Priester Fernand Mariën, eerst onderpastoor in Jette en later kloosterdirecteur en godsdienstleraar bij de Ursulinen in Tildonk, startte in 1956 een nationale actie ‘Regnum Mariae’. Op zowat alle huisgevels verschenen houten kapelletjes met daarin een Italiaans plaasteren beeldje van de Madonna. De distributie kaderde in een Mariaal offensief van twaalf weken in de parochie met een propagandadag en een “koninginnedag” waarbij iedereen zijn zelfbouwkapelletje kon afhalen. Voor het vensterglas moest je zelf zorgen, want in principe was het kleinood gratis. Giften werden in dank aanvaard. Bij het overlijden van de initiatiefnemer in 1978 zouden er een kwart miljoen gevelkapelletjes verspreid zijn.
In de loop van de actiejaren veranderde het kapelmodel. Kenmerkend bleven de Maria-M getopt met kruisje en het gekroonde M-monogram dat verwees naar het Rijk van Maria. In de laatste fase waren de gevelkapelletjes actueel gestroomlijnd en in kunststof uitgevoerd. De honderden houten exemplaren in Sint-Truiden hebben de tand des tijds meestal niet overleefd. Ze worden zeldzaam.