Langs de oude Rummenweg was een plaats die 'aan de leugeneer' werd genoemd. De Rummenweg was vroeger een Romeinse verkeersweg en 'leugeneer' was een ander woord voor 'Romeinse paal'. Later werden de mensen die bij die weg woonden 'de Leugeneers' genoemd.
aan de oude Rummenweg stonden destijds een paar afgelegen huizen op een plaats die "aan de leugeneer" genoemd werd; "leugeneer" betekent hier Romeinse paal; de Rummenweg was wel een Romeinse verkeersweg; de naam van "leugeneer" is dan in deze tijden overgegaan op een familie die daar woonde en die men "de leugeneers" noemde, al waren ze grote vrienden van de waarheid.
Opgetekend door A. Abeels, Leuven, 1965 in Sint-Truiden
In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen.
In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop.
