In Sint-Truiden stond vroeger een huis waarin de bokkenrijders bijeenkwamen. Het huis werd 'in de Duvel' genoemd. Het was een vreemd huis in die zin dat de meest kwetsbare zijde naar de Maas georiënteerd was. Ook de ingang van het huis was op een ongewone plaats. De beelden van klei, die in de zijgevel stonden, vielen vanzelf uiteen. In het huis was een put die uitgaf op een geheime onderaardse gang. De kelder van het huis was vreemd genoeg overwelfd; in andere huizen lagen er gewoon planken op de kelder. Boven de koestal was een afgesloten zolder. De schuur was niet aan het huis vast gebouwd. Dat alles maakte dat het huis leek op een soort versterking.
Hiej staeng vreuger het hoes woe de bokkeriejers in vergaderde. Dat waas ’n hiel merkwaardig hoës. De lange gevel laag nao de Maas. De kort gevel laag van de Maas eweg. Dus, de paerd die hiej vuerbiej guome, die geenge precies aan de vinsters vuerbiej van die luj. Dat waas ongehuurd, want kiek maar, alle anger hoezer liggen anges. Een twiede merkwaardigheid is de ingang van het hoes waas hiej. Ich kan mich dat nog allemaol good herinnere, want ich höb hiej nog in gespaeld. Dat is vuer den uorlog aafgebruoke. "In de Duvel" hètde dat. In de gevel en in de groete ziejgevel stonge beelden en die zien allemaol kapot. Die velen onmiddellik oeterein, ich höb dat gezeen, ich waas dow e jaor of nuege, tiên. Die wuore van klei. Hier gink gebinnen en onmiddellijk hier rechts hadt ge de put. De put lag in het huis. Dat was iets zeer merkwaardigs, hier in de streek bestaat dat nergens dat de put in het huis ligt, en dan was zogezegd eene geheime gang naar de Maas, maar die zal wel onder de grond geweest zijn, dat weet ik niet. De kelder was overwelfd, weer iets ongehoords, want gewoonlijk lagen er planken op of zo iets, zodanig dat men in dat huis bijna als in een versterking kon zitten. Dat huis geleek op een versterking; men had drinkwater bij, een overwelfde kelder, met de zwakke kant naar de Maas toe. Hier hadt ge de koestal en hier de schuur. In de koestal ook, daar waren planken in. Weer iets zeer ongewoons in die tijd. Ik heb hier alle koestallen gezien, dat was gewoonlijk een paar balkskes met stro op, dan was het afgelope, terwijl in dit huis hier, waren balken en daar lagen planken over, dus een gesloten zolder. Weer dat het voor een versterking moest dienen. Dat was wellicht het beste huis dat hier gestaan heeft. Aan de buitenkant hadt ge gewone brikken en aan de binnenkant bleke brikken voor het huis, maar voor de stal hadt ge nog overal balken tussen de brikken in, in de muur staan. En de schuur die lag los van het huis. Weer iets merkwaardigs want overal is de schuur aan het huis vast. Men kan dat allemaal verklaren als voorzorgsmaatregel om te beschermen. Dat was berekent (sic) op een gevecht tot de laatste versterking in de kelder toe, en vanuit de kelder kondt ge naar de Maas gaan. Maar die uitgang naar de Maas heb ik niet gekend. Dit is voor mij wat men nu een fort zou noemen. Daar hebben de bokkerijders in gehuisd.
Opgetekend door J. Venken, Leuven, 1968 in Sint-Truiden
Bilzen 26.05.1913 Sint-Truiden 22.11.1986 Barbara Dreezen
Zoon van sloten- kachel- en fietsenmaker Louis en Agnes Beurts in Bilzen.
Louis werd zilverlasser voor mijnen Genk 1927. Fred eerst helper in garage. Boven- en ondergronds mijnwerker-magazijnier 1927-1936 in Winterslag en Waterschei. KAJ-lid op vraag van pater Anicetus Cools en Gerard Bijnens. Provinciaal voorzitter 1933 en vrijgesteld propagandist 1936 op aandringen Mgr. Broeckx. Activist staking 1936. ACW-propagandist Sint-Truiden 1938.
Beïnvloed door prof Karel Pinxten als vrije leerling Handelsschool Genk. Opgevorderd in dienst behoeftigensteun Sint-Truiden. Medestichter Katholieke Werkliedenbonden Limburg 1942. Sinds huwelijk in Sint-Truiden. Provinciaal secretaris ACV-Limburg 1945 en voorzitter ACW Limburg 1965-1978.

Volksvertegenwoordiger 1946-1978 en gemeenteraadslid Sint-Truiden 1947-1965. CVP-voorzitter Vlaamse vleugel 1959-1961. Minister van verkeerswezen 1961, volksgezondheid 1965 en opnieuw verkeer 1966-1972. Opening circuit Zolder 1963. Metro Brussel 1969. Invoering rijbewijs, verkeersonderricht, voorrang van rechts, oranje tussenlicht, pechdriehoek en voorrang voetganger op zebrapad. Oprichting Hoge Raad Verkeersveiligheid. Staking Sabenapiloten 1970. IJverde voor zelfstandig Bisdom Hasselt en Limburgs Universitair Centrum. Rellen sluiting mijn Zwartberg 1966. Europees politicus in de EGKS 1952, lid Europese Assemblee 1957 en voorzitter EVP-fractie 1975. Voorzitter Commissie Sociale Zaken en Arbeid Europees Parlement. Voorzitter Caritas Catholica bisdom Hasselt. Op rust 1978, nationaal voorzitter Katholieke bonden der gepensioneerden 1984. Vader van Hilde Houben-Bertrand (°1940), gouverneur van Limburg 1995–2005. Medestichter Limburgse Economische Raad en voorzitter Streekontwikkeling Zuid-Limburg vzw. IJverde als minister voor nieuw slachthuis en zwembad, overwelving Cicindria en aanleg sportpleinen. Voorzitter Fonds voor de Belgische Scheepvaart en Unie der Europese Federalisten 1978. Gouden penning Europese verdienste 1980 als voorzitter Europese Unie van Christen-Democratische Werknemers. Diverse artikels in De Stem van het Volk. Visser en jager. Pleinnaam naast kerk Bevingen 1988.
Archief in KADOC.