In het 'Hooghuis' woonde een bokkenrijder die misdienaar was en altijd zowel vóór als na de mis een kruisweg deed. Toen de jongen op één van zijn rooftochten werd opgepakt, belandde hij in de gevangenis. De pastoor kwam hem opzoeken en zei "Dat had ik toch niet van jou gedacht", waarop de jongen antwoordde "Je hebt er al begraven die nog veel slechter waren dan ik!"
In het "Hoeghoes" dao haet eine bokkeriejer in gewoend. Dat waas Hermke de Snieder. Hiej kaam de pestoer riègelmaotig en Hermke dae gaeng altied de mès dene, nao het lof en vuer het lof deeg er gewoenlik nog ene kruuswièg, en nao de mès deeg er ouch nog eine, dat ederein good kosj zeen dat er katheliek waas. Wie er gevange waor ging hem de pestoer in Mezeik bezeuke. "Dat hauw ich toch neet van dich gedach" zag de pestoer. Dow zag Hermke "Ja, de höbster al begrave die nog väöl slechter wuoren as ich".
Opgetekend door J. Venken, Leuven, 1968 in Sint-Truiden
Weert (Nl.) 10.09.1836 – Sint-Truiden 29.09.1906 , x Mathilde Wilhelmine Elders, xx Pétronille Marie Régine Marguerite Balken
Zoon van Pieter en Marie-Elisabeth De Caes.
Meester-beeldhouwer en medewerker van Michel Hoeken, Sint-Gangulfusplein. Huwde met zijn nicht Elders van Weert en later met Balken van Breukelen. Kerkmeubilair, o.a. preekstoel te Boninne naar ontwerp architect Blandot 1875. Biechtstoelen Seminariekerk Sint-Truiden (verbrand). Lid toezichtscommissie Tekenschool (1897).
Signering o.a. neogotisch altaar uit Sint-Truiden. nu Fabry Zepperen M. HOEKEN G. JANSEN SCULPTEURS St. TROND.