Het grafelijk kasteel ligt pal in het midden van het kerkloze Duras, halfweg tussen Brabant en Loon. De Molenbeek en de Cicindria komen er samen. Tussen de bossen en landerijen, op het einde van een laan, duikt een evenwichtig indrukwekkend gebouw op in Franse klassieke stijl uit 1789. Van de Hollandse koning Willem I werden er ooit liefdesbrieven teruggevonden. De koepel, verdwenen bij de brand in 1913, werd er gelukkig in 1961 terug op gezet. De ‘slaven van Trast’ vierden in 1989 groot feest: 850 jaar parochie en 200 jaar kasteel. De Boogschutterij Sint-Sebastiaan, genoemd naar de heilige die vol pijlen werd geschoten, kan zijn bestaan sinds 1642 bewijzen. Het eendrachtige Concordia (°1972) schopte de voetbal ooit tot in tweede provinciale. Bij de zgn. ‘kleine fusie’ in 1971 werd Duras uitgebreid met de dorpen Gorsem, Runkelen en Wilderen, maar bij de ‘grote fusie’ in 1977 werden alle dorpen deelgemeenten van Sint-Truiden.
De waterburcht van de graven van Duras werd al in 1102 genoemd. Het huidige neo-classicistische kasteel is gebouwd tussen 1787 en 1789 naar ontwerp van Ghislain-Joseph Henry. Opdrachtgever Hendrik van der Noot was een van de voornaamste grootgrondbezitters in Brabant. Mogelijk wou hij een vluchthuis net over de grens bouwen in roerige revolutietijden.
Graaf Jean-Joseph van der Noot huwde met Florence de Ruyssche, gravin van Elissem, bij Landen. Een van hun kinderen, Louise, trouwde in 1803 met Prins Louis de Ligne, zoon van Charles en prinses Hélène, van het Poolse Massalska Huis. Hun zoon, Eugène werd een troonpretendent van België. Na de dood van haar echtgenoot in 1813, huwde Louise een tweede maal, deze keer met graaf Charles d'Outremont.
Architect Ghislain-Joseph Henry uit Dinant ontwierp de voorgevel en de bijgebouwen in een statige, evenwichtige Toscaanse stijl. Opvallend aan de voorzijde is de uitspringende vestibule die voorafgegaan wordt door zes Ionische zuilen, die nu opnieuw een kleine koepel schragen. De ontvangstzaal is de draaischijf waarrond alle andere vertrekken zijn gegroepeerd.
Het kasteel ligt te midden van een park en is te bereiken via een platanendreef. In het park staat grote mammoetboom uit 1881. Het park ligt in een groter domein van meer dan 100 ha, bestaande uit bossen, weilanden, akkers en hoogstamboomgaarden. Er zijn nog resten van een watermolen bij en een hoeve. Enkele malen per jaar is het kasteel door het publiek te bezichtigen, en het is te huur voor feesten. Rond 2018 waren de Wijnfeesten en het familiespektakel ‘Kerstmagie’ populair. Dat laatste is een product van Historalia van Prins Simon de Merode
In de schepenzaal van het 18de-eeuwse stadhuis op de Grote Markt ontvangt het stadsbestuur nu voorname gasten en overheden om beleid te onderhandelen, en akten officieel te ondertekenen. Voor 1800 zetelden hier de schepenen van de beide heren, maar dan werkelijk als rechters in burgerlijke en criminele zaken. Een berucht proces was dat tegen de brandstichters in 1784, Suske de Poup, 't Voorvelleke en hun medeplichtigen.
In dit lokaal hangen zeven ovale stucmedaillons met daarin grisailles op doek. Het trompe l'oeuil van deze grijze schilderijtjes geeft een 3D-effect en was minder duur dan echt modelleerwerk. De onderwerpen moesten de geleerdheid van de zittende heren van deze rechtbank benadrukken. De geest van Verlichting met rede en wetenschap is hier duidelijk aanwezig. De hoe bezoekers van andere steden in de 18de eeuw zullen ogen tekort gehad hebben om dit allemaal te ontcijferen en bewonderen. Dit is duidelijk een pronkzaaltje van de assertieve stad Sint-Truiden.
De tafereeltjes tonen mollige gevleugelde jongetjes of 'putti' die druk in de weer zijn met kunst en wetenschap: astronomie, architectuur, muziek, alchemie, beeldhouwkunst, handel-rekenkunst en schilderkunst. Niet toevallig signeerde Diestenaar Pieter-Jan De Craen dit laatste tafereeltje met DE CRAEN F(ecit) ! Hij verdiende drie kronen per tafereel met deze opdracht.
Astronomie: drie putti zijn druk doende met hun observaties. In een leeg decor hanteert een jongetje een zeekijker, gericht naar de hemel. Op de voorgrond bestudeert een staande putto met loep het armillarium op voet. Vooraan liggen nog een telescoop, een passer en een winkelhaak. De zittende putto wijst een plek aan op een wereldbol op voet.
Alchemie: in een interieur met wandrekken vol rokende kolven, destilleertoestel en vaatjes zijn drie putti aan het werk. Vooraan een rieten bloemenmandje en achteraan een haard. Eén jongetje, zittend op een kussen in een stoel met armleuningen, beoordeelt de inhoud van een glazen kolf, terwijl een destilleertoestel met stookdeurtje overloopt naar een kolf met handvatten. Zijn helper stampt in een vijzel op sokkel producten fijn en het derde figuurtje brengt een kom bij. De strik van het ophanglint is hier rijker dan bij de andere medaillons en gedecoreerd met een bloempjesrank.