Vaux sous Chèvremont (L.) 21.09.1885 – 22.07.1958 , x Gertrude Schaps
Zoon van Emile en Josephine Dumont. IJzergieter. Huwde in Immersdorf (D.) 1912. Kwam in 1914 van Ougrée en vestigde zich in oude stroopfabriek. Samenwerking met Joseph Beauduin. Verkoop en herstelling machines voor nijverheid en landbouw. Ketels voor gemeentesoep en stroopstokerijen. Persen. Vlees- en groentenmachines. Gieter van onderdelen voor treinen en schepen, dieselmotoren, boormachines en draaibanken. Grafkruisen. Staallaswerken, drijfriemen, brandkasten, ketels, olie, vetten. N.V. Fonderies et ateliers Emile Brialmont leverde internationaal. Bij de interbellumcrisis omgeschakeld naar robuuste, gebrevetteerde ‘Brialmont’kachel s met acht luchtcirculaties voor o.a. scholen, kerken en fabrieken. Ook kacheltype ‘Belgische Staat’. Het bedrijf stelde tot 140 mensen tewerk. Schoonvader van Albert Vanslype. Zonen Albert Brialmont-Palms (1917-1986), burgerlijk ingenieur, en Gerard (1921-1999), en overnemer Dassel (D.), goten vanaf 1968 stoven en sierstukken zoals haardplaten, haardijzers, poorten, hekken, lantaarnpalen, brievenbussen en sierkanonnen, waarvoor ze houten karrenwielen opkochten. Het vml. bedrijfsterrein op Stayerveld werd in 1986 verkocht aan de sociale huisvestingsmaatschappij Nieuw Sint-Truiden. Gazometerstraat ca.1918. Houtstraat ca.1933. Tramstraat 1 ca.1938.
Mijnwerkersbuste in hol gietijzer met Emile Brialmont fondeur St-Trond.
In Melveren , een gehucht van Sint-Truiden, woonde een zekere X. Op zekere dag ging X met zijn vriendin naar de kermis in Kortenbos. Deze man had echter een pact gesloten met de duivel, wat betekende dat hij regelmatig enkele uren als weerwolf moest rondlopen. Omdat X op de kermis plots voelde dat dat moment was aangebroken, zei hij tegen zijn vriendin: "Als je een hond zou tegenkomen, gooi dan deze zakdoek naar zijn muil. Op die manier zal het beest je geen kwaad doen."
Omdat een weerwolf geen kruis kan oversteken, moet hij de draadjes van de zakdoek één voor één uitrafelen vooraleer hij verder kan.
Het meisje antwoordde: "Neen, blijf maar bij mij!", waarop haar vriend: "Neen, ik moet dringend even een boodschap doen."
Toen X weg was, kwam er een lelijke zwarte hond naar het meisje toe. Ze deed onmiddellijk wat haar vriend had gezegd, waarop de hond de zakdoek in stukken scheurde. Een kwartier later kwam X terug. Zijn vriendin vertelde hem dat ze doodsangsten had uitgestaan terwijl hij weg was. Wat verderop ging het tweetal iets drinken in een café. Het meisje bekeek haar vriend eens goed, en riep geschokt: "Jij smeerlap, je bent het zelf geweest, want de vezels van de zakdoek hangen nog tussen je tanden!"
X zei dat ze het zich maar inbeeldde, maar het meisje wilde hem toch nooit meer zien.
Opgetekend door F. Beckers in 1947.
Bron: volksverhalenbank.be