Ruïne van de torenburcht in 1170 opgericht door Lodewijk I, graaf van Loon, als versterkte voorpost tegen de stad Sint-Truiden. In 1178 ingenomen door Sint-Truiden en gedeeltelijk vernield. Na herstelling werd de burcht in 1346 opnieuw door de inwoners van Sint-Truiden afgebrand in hun strijd tegen de prins-bisschop Engelbert van der Marck. Bij de slag van Brustem (1467) verschansten de Luikenaren zich in de burcht. In 1489 werd de burcht tijdens de vete van de familie van der Marck en Jan van Hoorn ingenomen en definitief geslecht. Daarna werd de toren een tijdlang als duiventil gebruikt en verder afgebroken door de soldaten van Lodewijk XIV. De volgende eeuwen werd de ruïne gebruikt als groeve (bouwmaterialen).
De oorspronkelijke achtkantige toren stond op een kunstmatige terp, door een slotgracht omgeven. Gebouwd van steen van Lincent, met silex parement voor de benedenverdieping, na 1500 door baksteen vervangen. De toren telde vijf verdiepingen; de gaten van de vloerbalken bleven bewaard samen met een drietal luchtgleuven.
In de verdwenen helft bevond zich de ingang en de verholen trap die de bouwlagen verbond. De talrijke gaten in de binnenkant werden gekapt toen de burcht dienst deed als duiventoren.
Een groot gedeelte van de burchtgrachten is nog aanwezig, evenals de funderingen van de vierkante toren op de voorburcht.
De huidige kerk ligt binnen de wallen en vervangt de vroegere burchtkapel, samen met de voorburcht in 1171 aangelegd.
Mooi landschap gevormd door de torenruïne, de kerk met kerkhof, de wallen en de omliggende boomgaarden.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Donjon van Brustem [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23074 Geraadpleegd op 12-11-2019
Sint-Truiden 17.11.1801 Luik 03.06.1878 Maria Ida Esselen
Zoon van tabakshandelaar en gemeenteonderwijzer Willem uit Gingelom en Marie Françoise Vandevelde. Vader van archiefkundige Stanislas (1835-1912) . College Sint-Truiden. Studeerde klassieke talen in Luik. Docent poësis en retorica Seminarie Luik 1818-1820, studiemeester Koninklijk College Luik 1820-1825. Lessen gevolgd universiteit Luik bij proffen Fuss en Gall. Thesis bekroond in 1823, maar opleiding niet afgemaakt. Docent en principaal College Sint-Truiden 1825-1834, bekommerd om moedertaalonderricht. Rector College Hasselt 1834-1835. Hoogleraar Nederlandse en later Griekse letteren Universiteit Gent 1835-1837. Contact met Gentse flaminganten en interesse Middelnederlands. Hoogleraar klassieke talen Universiteit Luik 1837-1865, ook Nederlands sinds 1851. Lid Koninklijke commissie voor geschiedenis en Klasse der Letteren van de Koninklijke academie van wetenschappen, letteren en schone kunsten 1847.
Lid van de Spellingscommissie en promotor eenmaking Noord- en Zuid-Nederlandse spelling. Lid van de Commission permanente chargée de la publication des anciens monuments de la littérature flamande 1848. Ruim 63 boeken en bijdragen over Latijnse taal- en letterkunde, Oudfranse literatuur en Middelnederlandse letteren. In 1850 publiceerde hij Het leven van Sint-Christina de Wonderbare en in 1857 Het leven van Sint-Lutgard. In 1857 kondigde hij ook de ontdekking van de Sint-Servatiuslegende van Hendrik van Veldeke aan. Deels verlamd vanaf 1859. Stapelstraat.
Onuitgevoerd plan voor Bormansfeesten Sint-Truiden 1903, vergeefse oproepen voor straatnaam in 1908 en 1975. Padnaam gepland in 2005. Koorglasraam Sint-Lutgardiskerk Tongeren als pendant van glasraam Gezelle, met torens van Gent, Tongeren en abdij Sint-Truiden. Eugeen Yoors, gift VTB 1957. Prijs Professor Bormans 1950 Veldeke-Leëncomité voor taalkunde en essays door Limburgse auteurs.