Industrieel gebouw, tot tijdens de Tweede Wereldoorlog jeneverstokerij, thans graanhandel. Solied bakstenen gebouw (vierde kwart 19de eeuw) met kelderverdieping, twee bouwlagen, en zolderverdieping; vijf traveeën in voorgevel, en drie traveeën in zijgevel, onder zadeldak (pannen). Vrijstaande, ronde fabrieksschouw, in 1977 gesloopt. Getoogde vensters met ijzeren roedeverdeling, en hardstenen dorpels. Ruime toegang in tweede travee, met ijzeren trap en laadplatform. Sierlijke gietijzeren muurankers.
Interieur: bakstenen troggewelven tussen ijzeren I-balken, rustend op centrale I-balk; laatst genoemde rust op gietijzeren kolommen en is gevat in door gewelflaag lopend kolomhoofd; kolomhoofd door middel van schroefbouten met vierkante kop verbonden aan voet van kolom op hoger gelegen verdieping.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Jeneverstokerij [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23143 Geraadpleegd op 12-11-2019
In de oudheid werden in oorlog of jacht veroverde trofeeën aan een stok opgehangen. Dit motief ging een eigen leven leiden als allegorische decoratie. Kalksnijders modelleerden in het nog vochtige stucwerk voorwerpen tussen bloemenslingers aan linten opgehangen.
In het stadhuis op de Grote Markt op het 'schoon verdiep' zijn in de hoge vestibule de vier kunsten en twee speciale thema's uitgewerkt, de zeevaart en het landleven. Die laatste werken dateren waarschijnlijk uit de Hollandse periode (1815-1830) onder burgemeester J.A.N. Van den Berck. Scheepvaart en de Nederlandse vertaling van Vergilius wijzen daarop.