De geschoren haag van gele kornoelje vormt een relict van een steeds zeldzamer wordende vorm van perceelsafsluiting, typerend voor de streek Sint-Truiden - Heers.
De vormgeschoren haag van gele kornoelje (Cornus mas) omzoomt de oude voortuin van een vierkantshoeve langs de Helshovenstraat, op de hoek van de Groot-Gelmenlaan en de Klein-Gelmenstraat tegenover de kerk van Groot-Gelmen. In het midden, ingewerkt in de haag, is er een smeedijzeren toegangshekje naar de voordeur van de hoeve aanwezig. De haag vormt een historische eenheid met de hoeve.
Deze haag, 46 meter lang en 1,6 meter hoog (opname in 2007), vertoont een representatieve vorm voor de soort. Een vormgesnoeide haag van gele kornoelje is een traditionele haag in de regio Sint-Truiden - Heers. Een haag die de voortuin afsluit is niet langer courant aanwezig in een dorpskern, dit type afsluiting wordt zeldzaam. Op de hoek van de Groot-Gelmenlaan en de Klein-Gelmenstraat bepaalt de haag het straatbeeld. De haag is (op het moment van de bescherming) goed onderhouden en vormt een waardevol en traditioneel groenelement in het dorpscentrum.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Geschoren haag van gele kornoelje [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/130698 Geraadpleegd op 12-11-2019
De Luikse architect Etienne Fayn slaagde erin om een mooi stadhuis in Luikse classicisme te ontwerpen rond de oude halle en de belforttoren. De stadsmagistraat betrok zijn nieuwe symmetrische bouw in juli 1759 onder begeleiding van drie kanonsalvo's. De interieurafwerking, vooral door de modieuze Luikse vakmensen, moest toen nog beginnen.
Maar... die saaie horizontale kroonlijst wou de stad als bouwheer toch verbeteren. Kijkend naar Brabant en Antwerpen liet ze in 1766 zwierige frontons met klokgevel, curven en tegencurven plaatsen aan de hoofdgevel. Pater minderbroeder Johannes Bolgrez bracht een plan mee uit Antwerpen. Ook kwam er een dubbele puitrap naar de verdieping, om de begane grond te kunnen verhuren. Enkele jaren later verdween deze blijkbaar té bombastische ingreep terug.
Eigentijds kroniekschrijver Debruyn is genadeloos voor zoveel pretentie en tekent - met veel lekenfantasie - dit on-Luikse gedrocht. Hij schrijft ook hoe men half juni 1766 bouwt aan "eene nieuwe blauw steene balcon, ende het frontispicium wierd verciert met nieuwe crollen, oock met eenen nieuwen noijt in dese landen geinventeerde blauw steenen trap dienende tot spot der borgers ende vreemdelingen hier passerende om het onnodigh ende verquist geldt".
Van deze verbeteringsoperatie getuigt nog een jaartalsteen met stadswapen boven het balkon.