Gelegen ten noordwesten van de kerk; rest van park ten noordoosten.
Sterk vervallen herenhuis, waarvan grote gedeelten tijdens de 20ste eeuw gesloopt werden. Resterende gebouwen uit 17de, 18de en 19de eeuw. Baksteenbouw met verwerking van kalksteen. Van de hoeve bleven alleen de inrijpoort en de dwarsschuur behouden.
Ten noordoosten, sterk verbouwd kasteel van elf traveeën. Oudste kern (1620?) in Maasstijl, zichtbaar in de huidige zuidwestelijke achtergevel (achtste tot tiende travee), verlaagd tot één bouwlaag: resten van kalkstenen kruiskozijn met negblokken en gekoppelde ontlastingsboogjes (platte laag en rollaag) en twee gedrukte kalkstenen rondboogdeuren. Classicistische verbouwingen uit de tweede helft van de 18de eeuw, zichtbaar in de noordoostelijke, witgekalkte voorgevel: alleen het deel van de vijfde tot de achtste travee bewaarde het 18de-eeuwse uitzicht met twee bouwlagen onder zadeldak (leien, verspringende nokhoogten); vijfde en zesde travee uitgewerkt als risaliet met aflijnende hoekbanden van kalksteen. Getoogde vensters in rechthoekige kalkstenen omlijsting met trapezoïdale sluitsteen. Verlaagde eerste vier traveeën; vensters zie rest der voorgevel. Kalkstenen steekboogdeur in rechthoekige omlijsting, trapezoïdale sluitsteen en gestrekte kalkstenen tussendorpel met ruitvormig bovenlicht.
Ten zuidoosten van het erf, inrijpoort met kalkstenen rondboogpoort (negblokken); jaartal 1620 op wapen van H. van Mettecoven en K. van Velpen aan de erfzijde. Deels gesloopte dwarsschuur ten noordwesten van het erf; vijf resterende traveeën onder zadeldak (Vlaamse pannen), gedateerd 1742 (gevelsteen met blazoen van W. Seroots). Baksteenbouw met in de zuidoostgevel, rechthoekige poort onder houten latei.
Ten noordoosten, in het park, op de kerkhofmuur gebouwd en geflankeerd door twee lijsterbesbomen, classicistische kapel van 1763 (jaartal op trapezoïdale sluitsteen). Rechthoekige plattegrond met halfronde absis onder afgewolfd zadeldak (leien). Witgekalkte baksteenbouw op kalkstenen plint. Zuidwestelijke puntgevel afgelijnd door kalkstenen hoekstenen; geveltop afgewerkt met kalkstenen muurbanden. Rondboogdeur in een kalkstenen omlijsting met imposten en sluitsteen. Een kalkstenen steekboogvenster per zijgevel. Bouwvallig interieur).
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Kasteel van Melveren [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/23012 Geraadpleegd op 12-11-2019
Charter van 18 november 1404 waarbij de bisschop van Luik en de abt van Sint-Truiden, beiden halfheer van de stad, de verkiezingsprocedure voor het stadsbestuur bevestigen. Met vijf zegels (replica van origineel uit het stedelijk archief ligt in vitrinekast ingangshal stadhuis).

Jan van Beieren, prins-elect van Luik, en Robert van Rijkel, abt van Sint-Truiden, herstellen, mits enkele kleine aanpassingen, de voorschriften van abt Zacheus van Vranckenhoven van 28 augustus 1366 over de samenstelling van het stadsbestuur.

Deze oorkonde geeft een momentopname in de strijd voor lokaal zelfbestuur tegen de centrale overheid, en omgekeerd.
Van links naar rechts zien we de zegels van:
- In rode was het zegel van Jan van Beieren, prinsbisschop van Luik en graaf van Loon, S. MAIUS JOHIS. DE…. LEODIENSSIS ET COMITIS LOSSEN
- Zegel van Robert van Rijkel, abt van Sint-Truiden, S. ROBERTI DE RIKELE DEI GRA. ABBATIS STI. TRUDONIS
- De stad Sint-Truiden; vooraan Sint-Trudo met palmtak en boek met bovenaan de drie torens van de westbouw van de abdijkerk, SIG. SANCTI TRUDONIS; achteraan als tegenzegel de gemijterde bisschop, S. LAMBERTI (het stedelijke zegel verwijst uitdrukkelijk naar de beide heren van de stad, geen perron als symbool van stedelijke vrijheden)
- Zegel van het kapittel van Luik, SIG…IS, ECC… LEOD
- Zegel van de abdij van Sint-Truiden, SANCTUS. TRUDO. CONFESSOR. XRI.