Twee pijlers bij de toegang tot het voormalige kasteeldomein Nieuwenhoven. De pijlers zijn gelegen ten zuidwesten van het 300765 aan de Hasseltsesteenweg naast een koetsierswoning uit het laatste kwart van de 19de eeuw.
Deze nieuwe toegang tot het domein Nieuwenhoven werd waarschijnlijk aangelegd rond 1878, het jaar van de opbouw van de ernaast gelegen koetsierswoning. Van hieruit vertrekt er een slingerende gekasseide laan, geflankeerd door jonge beuken, van anderhalve kilometer tot aan het kasteel (weg kadastraal geregistreerd in 1902). Dit is nog steeds de toegang tot het provinciaal domein Nieuwenhoven.
Aan weerszijde van de toegang twee zware vierkanten pijlers opgetrokken uit Maastrichtersteen (mergel) en blauwe hardsteen. De pijlers zijn geringd door gebouchardeerde blauwe hardsteen en hebben een uitgewerkte bekroning, vroeger met bol.
Naast de toegangsdreef voormalige koetsierswoning (Hasseltsesteenweg 324) gedateerd door een recente jaarsteen "Anno 1878". Vandaag is de woning sterk verbouwd, maar er zijn nog elementen aanwezig die net als de andere bijgebouwen van Nieuwenhoven een pittoresk karakter aan de woning geven door het gebruik van houtwerk tegen de gevels. Het gebouw sloot qua stijl nauw aan bij de 300765 en de 300765.
Bron: Bevat overheidsinformatie, verkregen onder de modellicentie voor gratis hergebruik Vlaanderen v1.0. URI:
Agentschap Onroerend Erfgoed 2019: Toegangspijlers domein Nieuwenhoven [online] https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/300765 Geraadpleegd op 12-11-2019
In 1879 werd een spoorlijn geopend tussen Neerlinter en Tongeren. Vooral bedoeld om in onze omgeving bietsuikerfabrieken (Ordingen en Bernissem) en de opkomende fruitexport naar het Duitse Ruhrgebied te bedienen. Door het heuvelige terrein waren dijken en doorsnijdingen noodzakelijk. Zo ook op de Honsberg op het drielandenpunt tussen Ordingen-Rijkel-Zepperen, met overbrugging.
Het private project voor Aken-Brussel mocht niet concurreren met de bestaande staatslijn Tienen-Luik en werd dus beperkt tot een kronkelend tracé Neerlinter-Tongeren. Aanvankelijk waren er ook weinig haltes (Zoutleeuw, Ordingen, Borgloon en Pringen), maar dat werd in 1897 aangevuld met haltes in Wilderen, Melveren, Bernissem, Hoepertingen, Kerniel en Jesseren) Daarom kreeg het bareelwachtershuisje uit 1878 in Wilderen in 1896 een heus station tegenover zich.
In de Eerste Wereldoorlog werkten de Duitsers aan de missing link Tongeren-Aken met viaduct in Sint-Martensvoeren.
In 1957 werd het personenvervoer op deze lijn 23 gestopt en vervangen door autobuslijnen. In 1968-1988 verdween ook het goederenvervoer voor lokale nijverheden. De sporen werden geleidelijk opgebroken tussen 1968 en 1989. In 1992 kwam er een toeristisch fietspad op het (deels) bewaard gebleven tracé.
Ordingen werd, weliswaar meer naar Zepperen toe, een draaischijf van goederen- en personenverkeer. En uiteraard kwam er de onvermijdelijke stationsherberg (1895). Het station maakte plaats voor de N718, bedoeld als oostelijke omleiding rond Sint-Truiden en aansluiting op de beruchte A24-autosnelweg., maar slechts uitgevoerd tussen Melveren en Ordingen.
Jammer genoeg waren spoorlijn en brug ook plaatsen van wanhoopsdaden en dramatische ongevallen. Zo ontdekten stationschef Miel Mommen en arbeider Lowieke Mertens in april 1943 'het lijk van een onbekende vrouwspersoon van ongeveer vijf- en twintig jaar'. De vrouw was ongelukkig op een betonnen seindraadpaaltje terechtgekomen bij haar ontsnappingssprong uit het Jodentransport XX vanuit de Dossinkazerne in Mechelen, gesaboteerd in Boortmeerbeek.
Nu is de spoorweg'zate' een verwilderde oase voor wild en vogels, hazelwormen, wijngaardslakken en dassen. Maar ook een magneet voor sluikstorters. Sommige delen van de spoorberm worden beheerd door natuurpunt omwille van de uitzonderlijke flora zoals knolsteenbreek, bosanemoon, slanke sleutelbloem, wilde marjolein, muskuskruid en brede wespenorchis.